Darwin kwam uit een goede familie en hij had de mogelijkheid
om een goede opleiding te doen. Hij mocht doctor, net zoals zijn vader, worden,
maar hij kon niet tegen bloed. Dan moest hij een andere fatsoenlijke opleiding
volgen. De opleiding tot dominee. Hij had alleen een probleem op de opleiding,
hij geloofde niet in wat hij sprak. Gelukkig kreeg hij ook lessen in
natuurlijke historie, dit vond hij heel interessant.
Een expeditieschip zou Zuid-Amerika in kaart brengen. Darwin
was de aangeweze persoon voor de kapitein. Hij vroeg of hij mocht gaan, maar
het was een dure grap. Gelukkig kon zijn oom hem helpen, die oom heeft de alle
kosten vergoed.
Darwin kwam erachter dat er op de toppen van bergen schelpen
lagen. Hij vond er ook fossielen van cavia’s, maar dan zo groot als paarden. Hij
kwam er ook achter dat je aan de schilden van schildpadden van de Galapagos eilanden
kan herkennen van welk eiland ze komen. Op de Galapagos eilanden kwamen er in
die tijd geen zoogdieren voor. Er woonde heel veel reptielen. Speciale soorten,
ze leken wel op de landdieren, maar het was een andere soort. Waarschijnlijk
waren deze dieren ooit van het land afgekomen en hebben ze zich aangepast aan
hun omgeving. Dit wijst op evolutie.
Darwin heeft onwijs veel opgemerkt in zijn 5-jarige reis.
Hij zag veel variatie. Variatie in fossielen en in bestaande soorten. Hij kwam
er ook achter dat er overcapaciteit was. Binnen no time zouden een paar
kakkerlakken uitgroeien tot over de een miljard. Hij kwam er achter dat
variatie erfelijk was, zoals de kleur van ogen. Als een van de belangrijkste vondsten
kwam hij erachter dat: het soort dat zich het beste weet aan te passen de grootste
kans heeft om te overleven, ofwel natuurlijke selectie.
-
Overcapiciteit
-
Variatie
-
Survival of the fittest
Wat is het verschil tussen de evolutietheorieën van Lamarck
en Darwin?
Lamarck ging uit van evolutie vanuit een individu. Darwin
ging uit van een evolutie vanuit een populatie.