Aristoteles (384- 322 voor
Christus).
Aristoteles was de eerste taxonoom. Hij keek hoe de dieren
zich onderscheidden. Hij ontdekte dat er warm- en koudbloedige dieren waren en
dat er dieren met- en zonder bloed bestaan. Hij had een indeling van hoog naar
laag, in levensvormen. Volgens hem stond de mens het dichtst bij de goden en
apen stonden ook vrij hoog. Hij ging ervan uit dat soorten onveranderlijk
waren. Een soort kan zichzelf ontwikkelen, maar niet meer dan dat. Hij meende
dat dieren spontaan ontstonden uit levende materie, ook wel de spontane
generatie.
Zijn leerling Theophatus schreef de eerste
plantenencyclopedie.
In de tijd van de Romeinen, was er een kleine interesse voor
de natuur. Deze interesse viel weg toen de middeleeuwen begon. Eeuwen lang
waren er geen taxonomen en werd er ook niks ingedeeld. Dit veranderde toen er
in de Renaissance weer interesse kwam voor planten. Vooral omdat sommige
planten geld konden opleveren. De tulp werd populair en erg duur, goed om mee
te handelen. Ook kwamen de botanische tuinen op. De interesse en het onderzoek in
de levende natuur trok vanaf dit moment weer aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten