woensdag 16 december 2015

De evolutie van de slang - Job van der Bent & Tijn Craandijk - Biologie - 12c



 
Slangen worden gezien als één van de gevaarlijkste diersoorten ter wereld. De Black Mamba, de Boomslang en de Carpet Viper behoren hiertoe. Deze slangen zijn zo gevaarlijk omdat ze giftig zijn. Wij vragen ons af hoe de slang is ontwikkeld en waar ze vandaan komen.
In het algemeen
Slangen worden gerekend tot de klasse: reptielen, ze zijn dus koudbloedig. Al in 1758 werden ze ingedeeld door Linnaeus:

Rijk:
Animalia
Stam:
Chordata
Klasse:
Reptilia
Orde:
Squamata

De huid van de slang bestaat uit schubben. De schubben zorgen voor bescherming en grip. Ze zijn niet aan elkaar verbonden, zodat zijn huid zich kan oprekken wanneer hij zijn prooi verteert, zich voortbeweegt, ademhaalt en zwanger is.
Het belangrijkste zintuiglijke orgaan van de slang is het reukzin. De “neus” van de slang is de tong. slangen ‘tongelen’ wat inhoud dat ze met hun tong kwispelen om zo geurdeeltjes vanuit de omgeving om te kunnen vangen, omdat de tong altijd vochtig is, blijven die deeltjes plakken. Door de gespleten tong  weet hij waar de geur vandaan komt.
Het skelet bestaat uit een schedel en een ruggengraat met tussen de 160 en 400 wervels. Het is men opgevallen dat sommige soorten slangen nog resten van de bekkengordel bezitten. Ook vertonen ze ook sporen van kleine ‘nageltjes’ of flapachtige uitsteeksels. Het zijn allemaal restanten van het dijbeen.  Dit verteld ons dat ze vroeger waarschijnlijk poten hebben gehad.
Hiernaast een foto van een 95 miljoen jaar oude slang, zoals je ziet, heeft de slang een soort poot.

 











De evolutie
Zoals gezegd, slangen behoren tot de reptielen. De vraag is alleen: waar komen reptielen vandaan? Het blijkt dat de Pikaia de oudst bekende chordaat is. Dit houdt in dat dit diertje het oudste gewervelde diertje is. Het beest lijkt op een soort mix van een worm, slak en vis. Dit dier heeft zich ontwikkeld tot de vis, die op zijn beurt weer evolueerde tot amfibieën. Uit de amfibieën ontwikkelde ten tijde van het carboon de Amniota, de voorouders van:
·         Sauropsiden: vogels en reptielen
·         Synapsiden: zoogdieren
Slangen vallen onder de schubreptielen. Schubreptielen (squamata) is een orde van de klasse reptielen. De orde bevat slangen, hagedissen en wormhagedissen. De schubreptielen ontwikkelde zich in vroeg-jurga, ofwel 200 miljoen jaar geleden. De skinachtigen onderscheidde zich 170 miljoen jaar geleden, in de loop van het krijt onderscheidde de slangen zich, zo 112 miljoen jaar geleden, de gekko-achtigen onderscheidde zich 110 miljoen jaar geleden, de varaanachtigen onderscheidde zich 80 miljoen jaar geleden en de leguaanachtigen onderscheidde zich 60 miljoen jaar geleden.













Het onverklaarbare weetje
Tegenwoordig legt de slang eieren om zich voort te planten, maar miljoenen jaren geleden ging dit door middel van een bevalling. Bioloog Alex Pyron van de George Washington-University heeft onderzoek gedaan naar de voortplanting van o.a. slangen, daarbij gebruikte hij 175 miljoen jaar oude fossielen van de Plesiosaurus en de Mosasaurus. Hieruit bleek dat de voorouders de embryo’s in hun baarmoeder droegen. Dit zou dus betekenen dat de slang eerst een zoogdier was en later pas eieren is gaan leggen. Dit resultaat zorgt ervoor dat onderzoeken naar de voortplanting van de reptielen opnieuw onder de loep worden genomen. 
In principe zou dit een rare waarheid zijn, omdat vissen eieren leggen. Het zou betekenen dat de Amniota of de Sauropsiden zijn gestopt met eieren leggen en dat de reptielen dit later weer hebben ontwikkeld.

Hoe dit precies in elkaar zit is momenteel onverklaarbaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten