donderdag 17 december 2015

Ernst Haeckel (1834-1919)

‘god schiep, Linnaeus ordent’. Linnaeus heeft de binominale nomenclatuur bedacht. Het is  een methode om organismen in te delen. Tegenwoordig gebruiken we deze indeling nog. Een organisme krijgt twee benamingen.
















  • Genus (geslacht) homo
  • Soortnaam (species) sapiens
Hij had ook een hiërarchische indeling, van hoog naar laag. Hij heeft elk rijk ingedeeld in klasse, dit hielp hem bij het onderscheiden.
Linnaeus onderscheidde niet in domeinen. Soorten waren volgens hem onveranderlijk. Hij maakte ook geen onderscheidt in rassen en verschillende soorten. Zijn theorie klopt op dit punt alleen niet. Kijk bijvoorbeeld naar een muilezel. Een muilezel is een kruising tussen een paard en een ezel, dit niet kan zichzelf niet voortplanten. Een onderscheidt in soorten zou dus wel gemaakt moeten worden. Bij duiven en honden is een onderscheidt in soorten en rassen ook van belang, deze dieren kunnen namelijk met een verschillende soort/ras ‘kinderen’ baren. (ondersoorten)
Haeckel zag wel verwantenschap tussen verschillende soorten. Hij erkende een ontwikkeling. In de tijd dat Darwin met zijn theorie over de ontwikkeling van de mens kwam, zag hij ook ontwikkeling. Hij dacht bijvoorbeeld dat vogels zich uit reptielen hadden ontwikkeld.
Tegenwoordig is het veel makkelijker. Men kijkt naar het genetisch materiaal. Een onderscheidt dat men tegenwoordig legt is Eukaryota, Prokaryota
Eukaryota zijn cellen met een celkern, prokaryota zijn cellen zonder celkern. Nog niet heel lang is het zelfs zo dat de prokaryota ook nog wordt verdeelt in tweeën: Bacteria en Archeae (oerbacterie).
Tegenwoordig hebben we dus een verdeling die er zo uitziet:
·         Eukaryota
·         Bacteria
·         Archeae (oerbacterie)

Bestand:Biological classification L Pengo nl omgedraaid.svg 
Kenmerken van cellen maken een groot onderscheidt in rijk. Je hebt:
·         bacteriën
·         Schimmels
·         Planten
·         Dieren
Het verschil tussen autotroof en heterotroof.
Autoteroof zijn bijvoorbeeld planten, zij kunnen zichzelf voeden (fotosynthese). Heterotrove organismen moeten voedsel zoeken, zij hebben andere organismen nodig om voort te bestaan.
Stammen van het dierenrijk.
Assymerie, veelzijdig of twijzijdig, bouw van het skelet, afwezig/inwendig/uitwending. Neem bijvoorbeeld de afdeling van de gewervelden, zij hebben een inwendig skelet en zijn tweezijdig symmetrisch.
De afdeling van gewervelden is ingedeeld in 5 klassen.
-          Vogels
-          Vissen
-          Amfibien
-          reptielen
-          Zoogdieren
Onderscheidt in:
-          Huid
-          Ademhaling
-          Manier van voortplanting
-          Lichaamstemperatuur
Kenmerken bepalen onderscheidt in klassen.

Kat en hond komen van dezelfde orde, maar niet zelfde familie. Kat komt van de felidea, honden komen van de canidae familie. 









Geen opmerkingen:

Een reactie posten