donderdag 17 december 2015

Charles Darwin

Darwin kwam uit een goede familie en hij had de mogelijkheid om een goede opleiding te doen. Hij mocht doctor, net zoals zijn vader, worden, maar hij kon niet tegen bloed. Dan moest hij een andere fatsoenlijke opleiding volgen. De opleiding tot dominee. Hij had alleen een probleem op de opleiding, hij geloofde niet in wat hij sprak. Gelukkig kreeg hij ook lessen in natuurlijke historie, dit vond hij heel interessant.
Een expeditieschip zou Zuid-Amerika in kaart brengen. Darwin was de aangeweze persoon voor de kapitein. Hij vroeg of hij mocht gaan, maar het was een dure grap. Gelukkig kon zijn oom hem helpen, die oom heeft de alle kosten vergoed.
Darwin kwam erachter dat er op de toppen van bergen schelpen lagen. Hij vond er ook fossielen van cavia’s, maar dan zo groot als paarden. Hij kwam er ook achter dat je aan de schilden van schildpadden van de Galapagos eilanden kan herkennen van welk eiland ze komen. Op de Galapagos eilanden kwamen er in die tijd geen zoogdieren voor. Er woonde heel veel reptielen. Speciale soorten, ze leken wel op de landdieren, maar het was een andere soort. Waarschijnlijk waren deze dieren ooit van het land afgekomen en hebben ze zich aangepast aan hun omgeving. Dit wijst op evolutie.
Darwin heeft onwijs veel opgemerkt in zijn 5-jarige reis. Hij zag veel variatie. Variatie in fossielen en in bestaande soorten. Hij kwam er ook achter dat er overcapaciteit was. Binnen no time zouden een paar kakkerlakken uitgroeien tot over de een miljard. Hij kwam er achter dat variatie erfelijk was, zoals de kleur van ogen. Als een van de belangrijkste vondsten kwam hij erachter dat: het soort dat zich het beste weet aan te passen de grootste kans heeft om te overleven, ofwel natuurlijke selectie.
-          Overcapiciteit
-          Variatie
-          Survival of the fittest
Wat is het verschil tussen de evolutietheorieën van Lamarck en Darwin?

Lamarck ging uit van evolutie vanuit een individu. Darwin ging uit van een evolutie vanuit een populatie.

Geloof of echt waar?

Toen de eerste microscopen werden uitgevonden, zagen mensen dingen bewegen in een regendruppel. Het christendom en de islam gingen uit van een schepper, het creationisme. Linneaus wist niet hoe het zat met alle soorten en variaties, de kerk bepaalde namelijk de gedachtegang.
Wetenschappers aan het einde van de middeleeuwen kwamen achter de fossielen. Had god dat neergelegd?  In de renaissance dachten mensen dat god die stenen had gemaakt om wetenschappers te interesseren. Na de 18e eeuw werden de universiteiten groot. Zij gingen graven en in grotten in Parijs, kwamen ze exotische dieren tegen. Cuvier was een veelzijdige man, hij had ook veel kennis van dieren. Hij had door dat het overblijfselen waren van dieren die lang geleden waren omgekomen. Al die dieren zouden vast bij de zondvloed zijn meegenomen.
bijvoorbeeld:
·         1e laag: tijgers en krokodillen
·         2e laag vissen
·         3e laag overblijfselen van ongewervelde dieren.
Toen Cuvier erachter kwam dat er meerdere lagen waren, ging hij ervan uit dat er meerdere zondvloeden zijn geweest. Deze theorie noemen we de: catastrofe theorie van Cuvier.
In dezelfde tijd was lamark ook een wetenschapper. Lamarck en Cuvier zaten aan dezelfde universiteit. Het probleem voor Lamarck was dat Cuvier van adel was. Hierdoor had hij veel te zeggen. Cuvier was zijn concurrent. Lamark was overigens de eerste bioloog. Hij heeft de eerste evolutietheorie bedacht:
Stel je neemt een smid met een sterk lichaam, dan lijken zijn zonen op hem (qua lichaamsbouw). Neem daarnaast een schrijver, die heeft meer tengere kinderen. Lamarck dacht dat behoeften doorgegeven konden worden per generatie. De vader had voor zijn beroep veel kracht nodig, dan worden zijn kinderen ook krachtig. Ook bij dieren zou dit zo zijn. De giraffe zou aan zijn lange nek zijn gekomen, omdat elke generatie streefde naar een langere nek. Elke generatie is de nek dan ook langer geworden tot op het moment dat de nek lang genoeg zou zijn.
Waarom is het dan een evolutietheorie?

Deze theorie heeft hij gebaseerd op waarnemingen. Om deze rede is het ook een theorie: het is nog niet bewezen. Het is een evolutie omdat hij het over veranderingen heeft. 

Wat is symbiose?

Symbiose is het langdurig samenleven van twee verschillende soorten, waarbij de samenleving  voor ten minste één van de organismen gunstig, of zelfs noodzakelijk is. De beide partners heten symbionten. De grootste partner wordt ook wel gastheer genoemd.
Voorbeeld:
De krokodil laat de vogel parasieten op eten op zijn tong. Het is een raar gezicht, want men zou denken dat de krokodil het vogeltje zou eten. In dit geval is het voor de krokodil alleen gunstiger dat de vogel de parasieten opeet. Dan heeft de krokodil er geen last van. De vogel heeft er ook baad bij, die heeft namelijk eten. Deze vorm van symbiose noemen we mutualisme.
Drie vormen van symbiose:
-          Mutualisme: beide soorten hebben er baad bij, het is soms zelfs noodzakelijk
-          Commensalisme: hierbij profiteerd één van de twee, de ander ondervindt geen nadeel

-          Parasitisme: de samenleving is voor een van de partners schadelijk.
   
      

Ernst Haeckel (1834-1919)

‘god schiep, Linnaeus ordent’. Linnaeus heeft de binominale nomenclatuur bedacht. Het is  een methode om organismen in te delen. Tegenwoordig gebruiken we deze indeling nog. Een organisme krijgt twee benamingen.
















  • Genus (geslacht) homo
  • Soortnaam (species) sapiens
Hij had ook een hiërarchische indeling, van hoog naar laag. Hij heeft elk rijk ingedeeld in klasse, dit hielp hem bij het onderscheiden.
Linnaeus onderscheidde niet in domeinen. Soorten waren volgens hem onveranderlijk. Hij maakte ook geen onderscheidt in rassen en verschillende soorten. Zijn theorie klopt op dit punt alleen niet. Kijk bijvoorbeeld naar een muilezel. Een muilezel is een kruising tussen een paard en een ezel, dit niet kan zichzelf niet voortplanten. Een onderscheidt in soorten zou dus wel gemaakt moeten worden. Bij duiven en honden is een onderscheidt in soorten en rassen ook van belang, deze dieren kunnen namelijk met een verschillende soort/ras ‘kinderen’ baren. (ondersoorten)
Haeckel zag wel verwantenschap tussen verschillende soorten. Hij erkende een ontwikkeling. In de tijd dat Darwin met zijn theorie over de ontwikkeling van de mens kwam, zag hij ook ontwikkeling. Hij dacht bijvoorbeeld dat vogels zich uit reptielen hadden ontwikkeld.
Tegenwoordig is het veel makkelijker. Men kijkt naar het genetisch materiaal. Een onderscheidt dat men tegenwoordig legt is Eukaryota, Prokaryota
Eukaryota zijn cellen met een celkern, prokaryota zijn cellen zonder celkern. Nog niet heel lang is het zelfs zo dat de prokaryota ook nog wordt verdeelt in tweeën: Bacteria en Archeae (oerbacterie).
Tegenwoordig hebben we dus een verdeling die er zo uitziet:
·         Eukaryota
·         Bacteria
·         Archeae (oerbacterie)

Bestand:Biological classification L Pengo nl omgedraaid.svg 
Kenmerken van cellen maken een groot onderscheidt in rijk. Je hebt:
·         bacteriën
·         Schimmels
·         Planten
·         Dieren
Het verschil tussen autotroof en heterotroof.
Autoteroof zijn bijvoorbeeld planten, zij kunnen zichzelf voeden (fotosynthese). Heterotrove organismen moeten voedsel zoeken, zij hebben andere organismen nodig om voort te bestaan.
Stammen van het dierenrijk.
Assymerie, veelzijdig of twijzijdig, bouw van het skelet, afwezig/inwendig/uitwending. Neem bijvoorbeeld de afdeling van de gewervelden, zij hebben een inwendig skelet en zijn tweezijdig symmetrisch.
De afdeling van gewervelden is ingedeeld in 5 klassen.
-          Vogels
-          Vissen
-          Amfibien
-          reptielen
-          Zoogdieren
Onderscheidt in:
-          Huid
-          Ademhaling
-          Manier van voortplanting
-          Lichaamstemperatuur
Kenmerken bepalen onderscheidt in klassen.

Kat en hond komen van dezelfde orde, maar niet zelfde familie. Kat komt van de felidea, honden komen van de canidae familie. 









Herinteresse voor de taxonomie

Aristoteles (384- 322 voor Christus).
Aristoteles was de eerste taxonoom. Hij keek hoe de dieren zich onderscheidden. Hij ontdekte dat er warm- en koudbloedige dieren waren en dat er dieren met- en zonder bloed bestaan. Hij had een indeling van hoog naar laag, in levensvormen. Volgens hem stond de mens het dichtst bij de goden en apen stonden ook vrij hoog. Hij ging ervan uit dat soorten onveranderlijk waren. Een soort kan zichzelf ontwikkelen, maar niet meer dan dat. Hij meende dat dieren spontaan ontstonden uit levende materie, ook wel de spontane generatie.  
Zijn leerling Theophatus schreef de eerste plantenencyclopedie.

In de tijd van de Romeinen, was er een kleine interesse voor de natuur. Deze interesse viel weg toen de middeleeuwen begon. Eeuwen lang waren er geen taxonomen en werd er ook niks ingedeeld. Dit veranderde toen er in de Renaissance weer interesse kwam voor planten. Vooral omdat sommige planten geld konden opleveren. De tulp werd populair en erg duur, goed om mee te handelen. Ook kwamen de botanische tuinen op. De interesse en het onderzoek in de levende natuur trok vanaf dit moment weer aan. 

De octopus en het inktvis practicum

In een filmpje hebben we gezien hoe snel octopussen van elkaar kunnen leren. Er werd een test gedaan waarbij er twee octopussen gescheiden van elkaar in een aquarium zitten. Ze kunnen elkaar wel observeren, door het glas heen. De proef wil bewijzen hoe snel de dieren van elkaar kunnen leren en dit doen ze als volgt:
De octopus die in het rechter aquarium zit, weet hoe hij een plastic doos open moet maken, om vervolgens het krabbetje (die er in zit) op te eten. De octopus die links zit, weet dit niet. Het filmpje begint ermee dat ze de plastic doos, met het krabbetje erin, in het linker aquarium zetten. Hierdoor wordt de kat op het spek gebonden, want de octopus weet niet hoe hij bij het lekkere hapje moet komen. Vervolgens halen ze het bakje eruit. Ze zetten het in het rechter aquarium, bij de octopus die weet hoe hij het doosje moet openen. De octopus die niet weet hoe het moet, observeert zijn soortgenoot als hij de doos openmaakt. Op dit moment krijgt de octopus, die het eerst niet was gelukt, weer de doos met een krabbetje. In een keer lukt het de octopus om de doos te openen en het krabbetje te eten.
Het blijkt dus dat octopussen een ongekende intelligentie hebben. Terwijl hun herseninhoud heel klein is, kan het beest bijzonder goed observeren, onthouden en  nadoen. De vraag is waar deze intelligentie vandaan komt, maar dat weet men nog niet.
Het inktvis practicum:
We begonnen met het doorknippen van de mantel, vervolgens legde we deze mantel open. De ingewanden kwamen nu bloot te liggen. Het hoofd zit aan de mantel vast, deze moesten we van elkaar scheiden. Op dit moment hadden we twee delen van de inktvis. Aan de ene kant de mantel, nog met kieuwen eraan en aan de andere kant het hoofd met alle organen.
Als tweede stap hielden we de inwendige schelp eruit. Het was een heel dun, doorzichtig deeltje. De kieuwen vielen op, dit zijn namelijk de enige organen die beter vast zitten aan de mantel, in de plaats van aan het hoofd.
Als derde stap moesten we de kaak, ofwel de papegaaiensnavel, uit de mond halen. Hij heeft een boven- en een onderkaak. Dit was veel lastiger dan verwacht. Uiteindelijk is het wel gelukt.

 

                                    








De papegaaiensnavel en de kieuwen aan de mantel

De mossel was in tegenstelling tot de inktvis, veel makkelijker om te ontleden. Op de laatste foto ziet u een verticale doorsnede van de mossel. Het dier komt aardig met de inktvis overeen, denk aan de mantel en kieuwen.




Ordening en evolutie

Wat houdt het in?
Ordening is het inzicht en overzicht over alles wat op de aarde leeft. Evolutie is het inzicht over de ontwikkeling van al het leven op aarde. Hoe ontwikkeld deze wetenschap zich en welke plaats neemt de mens eigenlijk in?
Natuur is te onderscheiden in de levende en de levenloze natuur. De levende natuur noemt men ook wel biotisch. De levenloze natuur noemt men ook wel abiotisch, bijvoorbeeld een steen, water en wolken.
Als men over evolutie spreekt, gaat het automatisch over de levende natuur. Alles wat onder de levende natuur valt is opgebouwd uit cellen. Om een onderscheidt te maken tussen biotisch en abiotisch, heeft men bedacht dat een organisme zeven levensverschijnselen moet tonen, kenmerken voor leven. Het moet:
1.       Ademen
2.       Voeden
3.       Uitscheiden
4.       Bewegen
5.       Groeien/ontwikkelen
6.       Voortplanten
7.       Waarnemen
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Een virus bijvoorbeeld. De virus gaat in één cel zitten en neemt de cel over. Een virus verplaatst, deelt, groeit, neemt waar en voedt zich. Het vertoont dus een aantal levensverschijnselen, maar niet alle.
De wetenschap die zich bezig houdt met het indelen van individuen of objecten in groepen, heet taxa, taxon. Een indeling geeft overzicht en reduceert informatie. Dit leidt tot nieuwe inzichten en wetmatigheden.
De levende natuur wordt ingedeeld in vier rijken. Deze rijken zijn gebaseerd op de eigenschappen van cellen:
·         Bacterierijk
·         Schimmelrijk
·         Plantenrijk

·         Dierenrijk

woensdag 16 december 2015

De evolutie van de slang - Job van der Bent & Tijn Craandijk - Biologie - 12c



 
Slangen worden gezien als één van de gevaarlijkste diersoorten ter wereld. De Black Mamba, de Boomslang en de Carpet Viper behoren hiertoe. Deze slangen zijn zo gevaarlijk omdat ze giftig zijn. Wij vragen ons af hoe de slang is ontwikkeld en waar ze vandaan komen.
In het algemeen
Slangen worden gerekend tot de klasse: reptielen, ze zijn dus koudbloedig. Al in 1758 werden ze ingedeeld door Linnaeus:

Rijk:
Animalia
Stam:
Chordata
Klasse:
Reptilia
Orde:
Squamata

De huid van de slang bestaat uit schubben. De schubben zorgen voor bescherming en grip. Ze zijn niet aan elkaar verbonden, zodat zijn huid zich kan oprekken wanneer hij zijn prooi verteert, zich voortbeweegt, ademhaalt en zwanger is.
Het belangrijkste zintuiglijke orgaan van de slang is het reukzin. De “neus” van de slang is de tong. slangen ‘tongelen’ wat inhoud dat ze met hun tong kwispelen om zo geurdeeltjes vanuit de omgeving om te kunnen vangen, omdat de tong altijd vochtig is, blijven die deeltjes plakken. Door de gespleten tong  weet hij waar de geur vandaan komt.
Het skelet bestaat uit een schedel en een ruggengraat met tussen de 160 en 400 wervels. Het is men opgevallen dat sommige soorten slangen nog resten van de bekkengordel bezitten. Ook vertonen ze ook sporen van kleine ‘nageltjes’ of flapachtige uitsteeksels. Het zijn allemaal restanten van het dijbeen.  Dit verteld ons dat ze vroeger waarschijnlijk poten hebben gehad.
Hiernaast een foto van een 95 miljoen jaar oude slang, zoals je ziet, heeft de slang een soort poot.

 











De evolutie
Zoals gezegd, slangen behoren tot de reptielen. De vraag is alleen: waar komen reptielen vandaan? Het blijkt dat de Pikaia de oudst bekende chordaat is. Dit houdt in dat dit diertje het oudste gewervelde diertje is. Het beest lijkt op een soort mix van een worm, slak en vis. Dit dier heeft zich ontwikkeld tot de vis, die op zijn beurt weer evolueerde tot amfibieën. Uit de amfibieën ontwikkelde ten tijde van het carboon de Amniota, de voorouders van:
·         Sauropsiden: vogels en reptielen
·         Synapsiden: zoogdieren
Slangen vallen onder de schubreptielen. Schubreptielen (squamata) is een orde van de klasse reptielen. De orde bevat slangen, hagedissen en wormhagedissen. De schubreptielen ontwikkelde zich in vroeg-jurga, ofwel 200 miljoen jaar geleden. De skinachtigen onderscheidde zich 170 miljoen jaar geleden, in de loop van het krijt onderscheidde de slangen zich, zo 112 miljoen jaar geleden, de gekko-achtigen onderscheidde zich 110 miljoen jaar geleden, de varaanachtigen onderscheidde zich 80 miljoen jaar geleden en de leguaanachtigen onderscheidde zich 60 miljoen jaar geleden.













Het onverklaarbare weetje
Tegenwoordig legt de slang eieren om zich voort te planten, maar miljoenen jaren geleden ging dit door middel van een bevalling. Bioloog Alex Pyron van de George Washington-University heeft onderzoek gedaan naar de voortplanting van o.a. slangen, daarbij gebruikte hij 175 miljoen jaar oude fossielen van de Plesiosaurus en de Mosasaurus. Hieruit bleek dat de voorouders de embryo’s in hun baarmoeder droegen. Dit zou dus betekenen dat de slang eerst een zoogdier was en later pas eieren is gaan leggen. Dit resultaat zorgt ervoor dat onderzoeken naar de voortplanting van de reptielen opnieuw onder de loep worden genomen. 
In principe zou dit een rare waarheid zijn, omdat vissen eieren leggen. Het zou betekenen dat de Amniota of de Sauropsiden zijn gestopt met eieren leggen en dat de reptielen dit later weer hebben ontwikkeld.

Hoe dit precies in elkaar zit is momenteel onverklaarbaar.

Natuurlijke selectie

Wat is natuurlijke selectie?

Natuurlijke selectie is de benaming voor een proces waarbij degene, of hetgeen wat zich het best weet aan te passen aan zijn omgeving, zal overleven. In de loop van miljoenen jaren zijn er vele diersoorten geweest, sommige zijn uitgestorven en andere zijn functioneel verandert. Dit komt waarschijnlijk omdat ze zich moesten aanpassen aan hun omgeving. Denk bijvoorbeeld aan de mens. Tegenwoordig denken wij dat we zijn geëvolueerd, onze voorouders zijn apen geweest. Hoe weten wij dit? Door middel van fossielen. Op basis daarvan hebben we namelijk bedacht hoe de mens is ontstaan en hoe de mens zich over de hele wereld heeft verspreid. Het blijkt zelf zo te zijn dat er meerdere soorten mens bestonden, maar degene die zich het best kon aanpassen, overleefde. Dat zijn wij.
Waarom is natuurlijke selectie een betere benaming dan survival of the fittest?
Survival of the fittest verteld ons dat de fitste zullen overleven, degene die het sterkst zijn. Dit klopt niet. Degene die zich het best kan aanpassen aan zijn omgeving heeft de grootste overlevingskans, niet degene die het sterkst is.
Wij hebben een klein onderzoek gedaan naar de natuurlijke selectie; het eilanden proefje.
In dit proefje lieten we vier soorten snavels verschillend voedsel eten. Welke vogel zou de grootste overlevingskans hebben op welk eiland.

De snavels waren:
·         Spatelsnavel
·         Pincetsnavel
·         Prikkersnavel
vorksnavel

De eilanden:
·         Pepernoteneiland
·         Marshmalloweiland
      Rijsteiland 


       Resultaten:               
       Pepernoteneiland: vorksnavel
       Marshmalloweiland: pincetsnavel
       Rijsteiland: vorksnavel
       In ons onderzoek zou de vorksnavelachtige vogel de grootste overlevingskans hebben.
        

      

De Zonnedauw

Deze plant is erg speciaal, dit komt doordat deze plant insecten eet. De insecten worden aangetrokken door geurstoffen die de plant verspreidt. Het insect blijft dan op de rode bolletjes op de plant plakken, deze rode bolletjes gaan namelijk kleven als er zon op schijnt. De plant rolt zich op en verteerd het insect. Op deze manier weet de plant voldoende stikstof binnen.
De vleesetende plant eet ook insecten. De plant heeft twee ‘kaken’, twee delen die kunnen sluiten. Dit gebeurt als een insect één van de drie voelharen aanraakt. Het lijkt een beetje op een mond die dichtgaat. Ook deze plant weet op die manier genoeg stikstof binnen te krijgen.

Waarom heeft deze plant die stikstof nodig; omdat de plant groeit op plekken waar de grond is verzuurd en de stikstok wegvloeit. Ik denk dat de plant eerst ‘normaal’ was. In de loop van de tijd verzuurde de grond in het leefgebied van deze plant. De plant heeft zich daarom aangepast. Dit begon waarschijnlijk met aantrekkingskracht, iets waar insecten op af zouden komen, iets zoets. Vervolgens heeft de plant een mond gevormd. 

zondag 6 december 2015

Evolutionisten of Creationisten?


Al eeuwen lang denken de mensen over hun afkomst. De bekendste theorie is waarschijnlijk de theorie van Darwin; De evolutietheorie.
De evolutionisten geloven in de evolutietheorie. Evolutie gaat ervan uit dat er vanuit de ontwikkeling van het leven soorten zijn ontstaan, soorten zich aanpassen of verdwijnen. Volgens Herbert Spencer; the survival of the fittest. Het soort dat zich het best weet aan te passen en evolueert, zal overleven.
De evolutionisten gaan er ook vanuit dat al het leven op aarde een grote vertakking is, volgens hen komen alle dieren vanuit één organisme.

Hier tegenover staan de creationisten. De creationisten gaan uit van een schepping van een bovennatuurlijk wezen. Zij staan sterk in hun schoenen met dit standpunt, dit komt doordat er uiteindelijk geen fossielen meer werden gevonden in een bepaalde grondlaag. Feitelijk gezien zouden de creationisten dus ook meer gelijk hebben, maar ik geloof hier niet in. Ik ga uit van evolutie, mijn argument tegen slaat op de kinderen van de mensen die 9/11 hebben meegemaakt. De vrouwen die op dat moment zwanger waren, hebben kinderen gekregen met een hogere stress factor. Hieruit kan men afleiden dat evolutie dus bestaat, zelfs al van generatie op generatie, zoals Lamark ooit al beweerde.

zondag 29 november 2015

Onder de loep


Geobserveerd:
Ringworm
Zeepier

In dit practicum gingen we onderzoeken wat verschillen waren tussen de ringworm en de zeepier. Van tevoren:
Het viel op dat de ringworm helemaal glad was. De ringworm bewoog zich voort door zich in te trekken en uit te rekken. De zeepier bewoog niet bij ons. Zoals de regenworm probeerde te ontsnappen uit ons bakje, bewoog de zeepier zich totaal niet.
We hebben de wormen eens onder de loop gelegd. Het viel ons toen op dat de zeepier uiterlijk anders is. De zeepier heeft haren op zijn lichaam en heeft ook meerdere kleuren op zijn lichaam, terwijl de regenworm geen haren en maar één kleur heeft.
Terwijl wij bezig waren met het onderzoek, kwamen er een aantal vragen naar boven. Deze vragen ga ik behandelen:

·         Wat zijn de uiterlijke verschillen?
·         Hoe overleven ze?
·         Hebben wormen ingewanden?
·         Hoe planten wormen zichzelf voort?

Wat zijn de uiterlijke verschillen?
Een normale regenworm, zoals men die in Nederland kent, bestaat uit segmenten. In de voorste segment, zit een mondopening. De regenworm heeft een langwerpig lichaam zonder poten.
De zeepier heeft meer variatie in zijn uiterlijk. Hij lijkt haren te hebben en verschillende kleuren. Ook deze pier bestaat uit segmenten. Hij valt net zo als de regenworm, onder de Annalida (ringwormen).

      Hoe overleven ze?
De wormen leven in principe onder de grond, hier eten ze ook. Als het gaat regenen, gaan de wormen naar het oppervlak om te paren. Vogels en mensen kunnen het regeneffect namaken en de wormen pakken.

Hebben wormen ingewanden?
Ja, wormen hebben ingewanden. Wat verstaat men dan precies onder ingewanden: in de meest beperkte betekenis zijn ingewanden de darmen en spijsverteringsorganen. Wormen hebben een spijsverteringsstelsel door hun hele lichaam.

Hoe planten wormen zichzelf voort?

Wormen hebben beide geslachtsdelen (hermafrodiet), maar kunnen zichzelf niet bevruchten. Sommige wormsoorten paren boven- en andere onder de grond. Met kleine haartjes klemmen de wormen zich aan elkaar vast.





Mijn visie op het ontstaan van leven op aarde


Hoe heeft de mensheid zich zo weten te ontwikkelen, dat we nu aan het onderzoeken zijn hoe het verleden in elkaar zit en waar komt het leven überhaupt vandaan?
Men denkt dat het leven is ontstaan uit bacteriën, Archeae en Eukaryota. Dit zijn drie domeinen waarin men het leven onderscheidt.
Al heel lang denken mensen dat de oorsprong van het leven vanuit een bovennatuurlijke entiteit of entiteiten (een god) is gekomen. Dit wezen heeft het leven gemaakt, maar tegenwoordig denkt men hier ander over. Wat de oorsprong van het leven daadwerkelijk is, blijft een kwestie, maar men denkt dat we dichter bij de waarheid zitten volgens de wetenschap.
Ik geloof in de theorie die momenteel verteld wordt; de ‘ring of life hypothese’. Deze theorie zegt dat de samenvoeging van een Archeae en een bacterie (twee prokaryota) de Eukaryota hebben voortgebracht. De Eukaryota is dus een van de drie domeinen waarin het leven verdeelt is, maar deze versie brengt organismen voort die minstens een celkern hebben.

origin of life 1
De cellen hebben zich zo weten te evalueren, dat uiteindelijk levende wezens ontstonden. Waarschijnlijk eerst in het water, vervolgens op het land en uiteindelijk in de lucht.